Stadia van psychosociale ontwikkeling van baby tot bejaarde •

Psychosociaal is een belangrijk aspect dat elk mensenleven beïnvloedt. Met dit aspect moet rekening worden gehouden vanaf de groei en ontwikkeling van het kind totdat iemand de hoge leeftijd heeft bereikt. Weet u echter wat psychosociaal is? Wat zijn de ontwikkelingsstadia en stadia in het menselijk leven?

Wat is psychosociaal?

Psychosociaal is een term die verwijst naar hoe iemands geestelijke gezondheid, gedachten en gedrag (psycho) zich verhouden tot de behoeften of eisen van de samenleving (sociaal).

Deze term werd in 1950 gepopulariseerd door een psycholoog genaamd Erik Erikson. Hij ontwikkelde een theorie van psychosociale ontwikkeling, die werd beïnvloed door de psychoanalytische theorie van Sigmund Freud.

Net als Freud geloofde Erikson dat iemands persoonlijkheid zich in een reeks stadia ontwikkelt. In tegenstelling tot Freud die het concept psychoseksualiteit uitlegde, beschreef Erikson echter de impact van sociale ervaringen op iemands leven gedurende zijn hele leven. Het bespreekt hoe sociale interacties en relaties een rol spelen in menselijke ontwikkeling en groei.

Factoren die de psychosociale ontwikkeling beïnvloeden

Met deze theorie legt Erikson uit dat de persoonlijkheid van een persoon zich door acht stadia ontwikkelt, die zich vanaf de kindertijd tot op hoge leeftijd voordoen. In elke fase zijn er twee elementen of factoren waarvan wordt gezegd dat ze de ontwikkeling van de persoonlijkheid beïnvloeden, namelijk:

  • Conflict

In elke fase gelooft Erikson dat er verschillende conflicten zullen zijn die je leven beïnvloeden. Als het je lukt om dit conflict te overwinnen, zul je de rest van je leven een mentaal sterk persoon worden. Ondertussen, als je er niet in slaagt om met conflicten om te gaan, ontwikkel je misschien niet de essentiële vaardigheden die nodig zijn om sterker en gezonder te worden.

  • Ego identiteitsontwikkeling

Ego-identiteit is zelfbewustzijn dat mensen ontwikkelen door sociale interactie. Erikson zei dat de ego-identiteit van ieder mens voortdurend verandert vanwege nieuwe ervaringen en informatie die wordt verkregen door dagelijkse interacties met andere mensen.

In dit opzicht gelooft Erikson dat bewustzijn van zelfcompetentie of bekwaamheid ieders gedrag en acties kan motiveren. Daarom, als elke psychosociale fase goed wordt doorlopen, kun je een ego-identiteit ontwikkelen en het vermogen hebben om de rest van je leven door te komen. Als je er echter slecht mee doorgaat, zul je je de rest van je leven onbekwaam voelen.

8 stadia van psychosociale ontwikkeling door de eeuwen heen

Volgens Good Therapy heeft elke fase in de theorie van psychosociale ontwikkeling twee tegengestelde concepten. Bijvoorbeeld vertrouwen vs. wantrouwen als een groot conflict in dit stadium van de ontwikkeling van het kind. Hoewel alle leeftijden problemen met vertrouwen kunnen ervaren, worden vertrouwensconflicten in deze kinderschoenen als het meest intens beschouwd.

Bovendien kan het succespercentage van een persoon in de vorige fase van invloed zijn op hoe hij de latere stadia doorloopt. Als een kind bijvoorbeeld nooit vertrouwen opbouwt in de kindertijd, zal hij of zij waarschijnlijk opgroeien tot een volwassene die vertrouwensproblemen heeft in relaties.

Voor alle duidelijkheid, hier zijn de acht stadia van psychosociale ontwikkeling zoals beschreven door Erikson en hoe ze het menselijk leven beïnvloeden:

  • Stadium I (pasgeborene-18 maanden): vertrouwen vs. wantrouwen

Dit is de beginfase van de persoonlijkheidsontwikkeling van een kind. Tijdens deze fase leren baby's anderen te vertrouwen, vooral hun verzorgers, op basis van hoe goed verzorgers reageren op en voorzien in hun behoeften.

Als je baby zich goed verzorgd en verzorgd voelt, zal hij een gevoel van vertrouwen in anderen ontwikkelen en zich veilig voelen. Aan de andere kant, als de ouders inconsistent zijn in de zorg voor de baby of als de baby zich verwaarloosd voelt, zal hij of zij het moeilijk vinden om anderen te vertrouwen, achterdochtig of angstig zijn.

Hij zal ook geen vertrouwen hebben in de wereld om hem heen en zijn hoop op anderen zal vervagen als zich op een dag een probleem voordoet. Deze aandoening kan leiden tot de ontwikkeling van angst.

  • Fase II (18 maanden-3 jaar): autonomie vs. schaamte en twijfel

Tijdens deze fase begint een kind te leren over zelfbeheersing en wordt het onafhankelijker. In deze fase, zindelijkheidstraining zou een belangrijke rol spelen bij het ontwikkelen van deze houding.

Succes in dit stadium zal leiden tot verlangen of zullen. Als ouders kinderen opvoeden om onafhankelijker te zijn, zullen kinderen meer zelfvertrouwen hebben en vertrouwen hebben in hun vermogen om in de wereld te overleven. Als hij echter wordt bekritiseerd, overdreven gecontroleerd of niet de kans krijgt om zichzelf te beheersen, zal hij altijd afhankelijk zijn van anderen en zich schamen en twijfelen aan zijn capaciteiten.

  • Fase III (voorschoolse leeftijd 3-5 jaar): initiatief vs. schuldgevoel

De derde fase van psychosociale ontwikkeling is initiatief versus schuld. Tijdens deze fase zullen kinderen zich steeds meer concentreren op het zelf doen en het stellen van hun eigen doelen door middel van spel en sociale interactie.

Als ouders hun kinderen de kans geven om te spelen en met andere mensen om te gaan, zullen ze een gevoel van initiatief ontwikkelen en in staat zijn anderen te leiden en beslissingen te nemen. Aan de andere kant, als het kind deze kansen niet krijgt, zal het schuldgevoelens en twijfel over zijn capaciteiten ontwikkelen.

  • Stage IV (schoolgaande leeftijd 5-12 jaar): industrie (competentie) vs. minderwaardigheid

In deze vierde psychosociale fase beginnen kinderen op school verschillende speciale vaardigheden te leren. Daarom hebben docenten en leeftijdsgenoten een belangrijke rol in deze fase. In dit stadium zijn kinderen zich steeds meer bewust van zichzelf als individu en beginnen ze zichzelf te vergelijken met anderen.

Als hij uitblinkt in vergelijking met zijn leeftijdsgenoten, kan hij zelfvertrouwen en trots op zijn prestaties en capaciteiten (competent) ontwikkelen. Kinderen zullen zich echter minderwaardig (inferieur) voelen als ze door ouders of leraren worden beperkt om hun eigen competenties te ontwikkelen.

7 dingen die ouders moeten doen voor de geestelijke gezondheid van kinderen

  • Stadium V (12-18 jaar): identiteit vs. Rol verwarring

Identiteitsconflict versus rolverwarring bevindt zich in het stadium van de ontwikkeling van adolescenten, wanneer adolescenten op zoek zijn naar identiteit en persoonlijke identiteit die hun leven in de toekomst zullen beïnvloeden. Hij kan verschillende persona's proberen om te bepalen welke rol het beste bij hem past.

Als een tiener in dit stadium succesvol is, zal hij in staat zijn zijn identiteit te behouden en consistent te zijn. Als hij echter faalt, kan hij een identiteitscrisis ervaren en in de war raken over wat hij echt wil voor de toekomst. Dit falen zal leiden tot rolverwarring, die vervolgens twijfel doet rijzen over zichzelf of zijn plaats in de samenleving.

  • Stadium VI (jongvolwassenen 18-40 jaar): intimiteit vs. isolatie

De zesde fase in de psychosociale ontwikkelingstheorie is de intimiteit versus isolatie die bestaat in de vroege volwassenheid. In dit stadium concentreert het belangrijkste conflict zich op de vorming van intieme relaties en romantiek, wat meer leidt tot een langdurige verbintenis met iemand anders dan het gezin.

Succes in dit stadium kan resulteren in duurzame, gelukkige relaties en gevoelens van veiligheid. Falen in dit stadium, zoals het vermijden van intimiteit of bindingsangst, kan leiden tot eenzaamheid en gevoelens van isolement, of soms zelfs depressie.

  • Stadium VII (volwassenen 40-65 jaar): generativiteit vs. stagnatie

De focus in deze psychosociale fase is om bij te dragen aan de samenleving en de volgende generatie, inclusief het opvoeden van kinderen. Mensen die in deze fase succesvol zijn, zullen zich nuttig voelen omdat ze bijdragen aan de toekomst van de samenleving.

Ondertussen zal een persoon die faalt het gevoel hebben dat hij niets aan de wereld heeft bijgedragen, dus stagneert hij en voelt hij zich onproductief.

  • Stadium VIII (volwassenheid 65 jaar en ouder): ego-integriteit vs. wanhoop

De laatste fase in psychosociale ontwikkeling is ego-integriteit versus hopeloosheid, die zich ontwikkelt op hoge leeftijd tot aan de dood. In deze fase komen ouderen in de fase van zelfreflectie, een tijd waarin ze reflecteren op het leven dat ze tijdens hun leven hebben geleid.

Als hij tevreden is met zijn leven, zal hij met trots de ouderdom en de dood tegemoet treden. Aan de andere kant kunnen mensen die tijdens hun leven teleurstellingen of spijt hebben gehad zich hopeloos voelen.

Vaccinatieschema


$config[zx-auto] not found$config[zx-overlay] not found